Vruchten plukken
Bij mijn ouders krijg ik de hele oogst aan walnoten overhandigd. Alle zes. De jonge aanplant wordt groter en groter, het is het eerste jaar dat er vrucht is. De hazelnoten laten nog een jaar op zich wachten.
Woensdag speel ik zoals beloofd 9 holes. Met François, een collega. We praten ondertussen bij over technische architectuur, het leven, de uitdagingen en mooie dingen maken. Het waait stevig, desondanks weet ik op alle holes punten te scoren en mijn handicap te verlagen. Aansluitend gaan we een hapje eten. Daar gaat het helaas mis, er blijkt een veeg pindasaus op zijn bord terecht gekomen te zijn. Met een pinda-allergie is dat niet erg handig, want hij heeft het te laat door. Hij gaat versneld naar huis om in de buurt van de epipen te zijn als het fout dreigt te gaan. Gelukkig krijg ik later op de avond een bericht dat het loos alarm was.
Op donderdag hebben we een feestje op het werk. Na een voorbereiding van 2 jaar en 2 jaar uitvoering hebben we het systeem onder de boekhouding vervangen. Dat was ‘al’ in augustus, maar ik vier pas feestjes als het resultaat goed is. Bijgeloof, ik weet het. Voor mijn vasthoudendheid krijg ik van de leverancier wat gadgets, waaronder, je raadt het niet, een golfparaplu. Wat had ik afgelopen weekend ook alweer gekocht? Thuis gekomen blijkt ook de man bijgeloof te hebben, want hij wil de paraplu niet binnen opendoen. Wat herkenbaar.
Vrijdag word ik niet helemaal fit wakker. Het ontbijt valt niet lekker en ook pilletjes doen niet echt hun werk. Terwijl ik voor vandaag 18 holes golfen/bijpraten met vrienden op het programma heb staan, plus het uitproberen van mijn nieuwe golftrolley. Na wat heen en weer ge-app en mijn algehele toestand, wordt het 9 holes golfen/bijpraten en een kopje thee voor mij/bokbier voor hen. Voor 9 holes gooi ik mijn golftas niet helemaal om, dus de trolley uitproberen laat nog even op zich wachten. Wel bereid ik mij optimaal voor met een uurtje extra slapen, vergezeld van twee bruine monsters. Het golfen valt uiteindelijk redelijk mee, ik sla mijn handicap weer een beetje omlaag ondanks het zeer wisselvallige spel. Soms geen score, soms een mooie score. De gezelligheid is belangrijker.
Zaterdag haal ik mijn broer op en rijden we samen naar onze ouders. Daar krijgen we verse appeltaart met appels van eigen boom, zo herdenken we de verjaardag van de overleden broer die deze week jarig zou zijn geweest. Er staan een aantal klussen op het programma, een flinke regenbui net na de koffie doet de volgorde van de klussen wijzigen. Broer en ik lopen eerst een inspectieronde bos met grote hond Paco en poes Bliksem. Dit om het werk op te nemen dat we later dit jaar gaan doen rondom de omgevallen eiken, met Kerstmis. We vinden ook nog een verdwaalde zevende walnoot aan de boom.
Maar eerst is het tijd voor lunch, met meegebrachte croissantjes.
Terug buiten gaan we daarna de eerste appelboom te lijf. Dit zijn handappels, ik pluk waar ik bij kan met of zonder trapje en sorteer op gaaf, aangevreten, te rot om over na te denken. Ook de gevallen appels komen in een aparte categorie terecht. Ondertussen plukt mijn broer met de lange stok en hulpmiddel de hoger hangende appels. Op drie appels na krijgen we deze boom vrij eenvoudig leeg.
We verplaatsen alle emmers en de kruiwagen naar de andere boom. Deze klus is iets uitdagender. Drie kratten vol gave appels, twee emmers gevallen of aangevreten appels en 1 emmer rotte appels verder is deze boom nog niet leeg. De armen begeven het echter van zoveel boven ons hoofd en macht werken, plus de takken die nog leeg moeten zijn zeer moeilijk bereikbaar door omliggende houtschuur en struikgewas. We plaatsen de hekjes ronde de stam van de boom weer terug, zodat hond Tess geen gevallen appels kan eten en laten de rest aan de natuur over. Ook pluk ik met de nodige schrammen op de armen tot gevolg een paar handjes vol rozenbottels om het recept van Janneke Vreugdenhil uit de NRC te gaan proberen.
Aansluitend eten we een tweede stuk appeltaart. Dan ga ik nog een uur bovenkanten van de beukenhagen ontdoen van Johannesloten. Trapje op, snoeien, trapje af. Trapje verplaatsen. De armspieren hebben het te verduren vandaag, waarbij mijn conditie nog steeds niet optimaal is. Ik hou er daarom na de twee grote beukenhagen mee op, de rest moet wachten tot een andere keer.
Na de borrel kook ik samen met pappa uit De Krat, aansluitend rij ik broer en mezelf weer naar huis. De drie kratten met appels worden bij zus uitgeladen, voor verdeling onder belangstellenden. Thuis gekomen laad ik nog wat hout uit en nestel ik mij voor de nog brandende houtkachel met een glaasje wijn.
Op zondag is het weer hele andere koek. Eerst maar even een beetje werken om bij te blijven. Daarna gaan we naar de Hertz zaal in Tivoli. We zitten eerste rij, midden voor, om te genieten van het Isabelle van Keulen ensemble (zij op viool, Christian Gerber bandoneon, Ulrike Payer piano, Rüdiger Ludwig contrabas) voor een combiprogramma Bach en Piazzolla (Aria uit de Goldbergvariaties en het dubbelconcert voor twee violen en strijkorkest in d, BWV 1043, plus Suite de Ángel). Lekker een uur ongedwongen luisteren naar musici die met plezier spelen.
Na de lunch en een uurtje slapen (met Leila, ze heeft er een neus voor), ga ik naar Hoorn. Fonds Roos heeft namelijk weer een bijdrage gedaan voor een nieuw werk, dit keer van Hans Leenders. Mark Heerink, stadsorganist van Hoorn, is heel actief in het opdrachten geven. Vorig jaar was het aan Wouter, dit jaar zijn er verschillende nieuwe werken gekomen dankzij zijn inspanningen. Fonds Roos heeft zoals gezegd bijgedragen aan opnieuw een orgelfantasie op het thema van het Te Deum. Bij binnenkomst van de Koepelkerk krijg ik de partituur aangereikt en zoek ik een plaats in de harde houten banken. Het concert wordt geopend met een intrada voor blazers, componist Wouter Hakhoff op trompet en orgel. Daarna wordt de Fantasia sopra Te Deum van Wouter hernomen. Zoals Mark het zegt, is het een stuk dat je vaker moet horen om het meer te gaan waarderen. Voor de gemiddelde concertganger zal dat zeker gelden. Daarna volgt een parafrase over Te Deum Laudamus van Pieter Rynja, gevold door het werk van Hans Leenders. Hij geeft een korte toelichting. Ik lees daarna mee in de partituur, het is vrij overzichtelijk en toegankelijk bij een eerste keer horen. Ik heb in een nieuwe term geleerd (kreeftgang, thema van achter naar voren).
Dan verplaatsen wij ons naar de Oosterkerk, ik loop op met mevrouw Heerink. We kletsen ondertussen bij over studerende kinderen, muziek, registeren zonder noten te kunnen lezen (zij) en haar werk.
In de Oosterkerk krijgen we opnieuw de blazers te horen, in combinatie met orgel. Nu klinkt De Goudvis keert niet meer terug van Wouter Hakhoff. De blazers staan rondom ons en geven een toon door, terwijl Mark en Wouter samen veel geluid produceren. Daarmee valt het effect een beetje weg helaas. Aansluitend wordt De Stroom van Willem Woestenburg in première genomen, met medewerking van De Dansonderneming en choreografe Nanska van der Laar. Minimal muziek die iets meer is dan minimal. Tenslotte sluiten de blazer, organist/componist Heerink en componist/trompetist Hakhoff af met een Extrada.
Het was veel nieuwe muziek op een middag, ik ga na een kort praatje snel naar huis om voor de houtkachel na te gaan genieten van alle vruchten van noeste arbeid.