Bladluis

Bladluis

De week begon in Leeuwarden, met een volle dag. We sloten met het managementteam af in restaurant Het Leven. Onze geweldige secretaresse hadden we alvast bedacht met bloemen en bonbons voor secretaressedag, later in de week. Een waardig begin van deze week.

Op dinsdag ben ik in Den Haag. Ik geef zoveel mogelijk de juiste prioriteit aan allerlei ad-hoc verzoeken, waaronder dus ook fysiek aanwezig zijn voor een klantenpanel.

Op woensdag werk ik vanuit huis. Rond het middaguur breng ik de auto naar de garage voor zomerbanden. Alhoewel ik hier vroeger (’96-98) werkte, wandelde ik toen nog niet. Ik ontdek daarom vandaag pas hoe dichtbij sommige plekken zijn. Op een bankje in het zonnetje handel ik nog wat gezellige gesprekken met collega’s af en zet ik zaken in beweging. Daarna maak ik mijn rondje af en haal ik mijn auto weer op (zie topfoto voor mijn uitzicht vanaf het bankje).

Op donderdagochtend rij in naar Den Haag. Dat blijkt uiteindelijk een prima zet te zijn, want ik kan een functionele baas daardoor even persoonlijk overtuigen dat ik iets heel goed doordacht en geregeld heb, waardoor hij een handtekening kan zetten. Om elf uur zit ik alweer in de auto terug naar huis voor nog meer online vergaderingen. Om twee uur ben ik bij a.s.r. voor bijpraten met mijn oude baas. Hij ziet geen toekomst voor mij bij dit bedrijf. Het verrast mij niet, dat zie ik namelijk ook niet. Ondanks dat een van zijn bazen dat anders ziet. Aansluitend rijd ik naar Amsterdam om even bij te kletsen met een ex-collega bij EY. Op zijn verjaardag, dus ik heb een kleinigheidje bij me, gewoon voor de lol. Aan het eind van de middag steek ik de Zuidas over voor een intensief sollicitatie- en kennismakingsgesprek. We hebben een uur afgesproken, we nemen er twee uur de tijd voor. We hebben een grote overeenkomst in profiel wat tot veel interessante gespreksstof leidt. Aan het eind concluderen we dat we allebei het zien zitten om verder te ontdekken wat we voor elkaar kunnen betekenen. Dat houdt in dat ik in de komende weken met twee van zijn directe collega’s uit de raad van bestuur ga kennismaken en met een aantal van mijn mogelijk toekomstige collega’s in zijn managementteam. Daarna maken we allebei de balans op.

Op vrijdag ga ik op de normale tijd weer richting Den Haag, ondanks dat ik niet al te veel geslapen heb. Al voor de tweede nacht deze week heb ik uren wakker gelegen, liggen draaien, zonder dat er iets was waar ik mij zorgen over maak. Het zal de leeftijd wel zijn. Op kantoor draai ik een aantal vergaderingen af en ga ik tussendoor een ronde wandelen. Dankzij het uitvallen van een lange vergadering kan ik op tijd weer naar huis om daar de rest van deze werkweek te doen. Ik eet een salade achter mijn bureau.

Om zes uur ben ik in Zeist, in de Oude Kerk. Ik ken de weg ongeveer, deze kerk heeft verschillende ingangen. Die voor het orgel is open, dus ik stiefel naar boven, doe het licht aan, vind de knop voor het orgel ook en tenslotte ook nog het monitorsysteem. Wouter volgt op blokafstand. Hij gaat beneden overleggen met dirigent en het aanwezige koor begroeten, ik twijfel of ik mijn hoge hakken aan moet of niet. Het wordt voor de zekerheid een 'ja'. Wouter speelt ondertussen beneden wat stukken aan de piano, ik neem alvast registraties op het orgel door. Wouter heeft een nieuw systeem voor schrijven voor me bedacht, waarbij de standaard handelingen voor harder en zachter in beeld blijven. Ingenieus handig, zie bijgaand filmpje: Registraties

Ik worstel mij desondanks door wat nieuwe muziek en een niet helemaal vertrouwd orgel heen. Bij het requiem van Fauré gaat het al wat beter, want bekende muziek. Gelukkig hebben we een lange pauze. Ik wissel daarin weer terug naar gewone schoenen, neem de registraties en muziek nog drie keer door.

Foto: Wouter van Belle

Dan ga ik bij de cadeaukinderen op de Walkartweg even koffiedrinken en bijkletsen. Ruim op tijd ben ik terug voor de laatste voorbereidingen. Had ik al gezegd dat deze kerk verschillende ingangen heeft? Ik heb vast nog niet gezegd dat er geen binnendoorweg van het orgel naar de kerkzaal is. Drie keer raden. Het regent ondertussen stevig, het is de avond van de onweersbuien. De muziek staat gelukkig beneden al op de piano, dat heb ik een uur geleden al gedaan. Met een paar zeer stevige passen ren ik van de ene naar de andere ingang achter Wouter aan. We zijn niet gesmolten en slechts marginaal natgeregend.

We zijn ook ruim op tijd, dus nemen we plaats in de coulissen. Na de kooropkomst voegen wij ons in het rijtje met solisten en dirigent. Een kort welkomstwoord later is het tijd om muziek te gaan maken. En dat doen we. Aan de piano heb ik hier een zeer bescheiden bijdrage aan door wat blaadjes om te slaan en te genieten van prachtige solisten. Na drie stukken begeven wij ons naar boven. Ook daar heb ik alles klaarstaan, inclusief de juiste registratie. Terwijl Wouter begint met spelen wissel ik van platte schoenen naar hoge hakken. De knoppen op dit orgel zijn prima te bereiken, maar het over een lange organist heen reiken gaat echt makkelijker als ik mijzelf artificieel tien centimeter verhef. We spelen een geïnspireerd programma, waarbij de ondertussen natuurlijke wisselwerking tussen ik op tijd mijn ding doen, mondelinge aanwijzingen krijgen en uitvoeren en de organist zoveel mogelijk laten concentreren op de juiste noten mooi spelen in de juiste harmonie wordt bereikt. Toch haal ik weer opgelucht adem als ook deze tour-de-force ten einde is. Wouter gaat beneden applaus en bloemen in ontvangst nemen, ik ruim alles boven op. Daarna ga ik in een van de aanwezige luie stoelen wat zitten dommelen. Mede muzikant Jacqueline komt na verloop van tijd mee naar boven om nog even na te praten, ik heb in een ver verleden nog wel eens voor haar en Wouter blaadjes omgeslagen in Ein Deutsches Requiem van Brahms, in Den Haag/Kloosterkerk.

Met een enorme onweerswolk boven aan de horizon richting Utrecht, die prachtig oplicht af en toe, rij ik mijzelf daarna weer naar huis.

Plek van handeling op zaterdag

Op zaterdag heb ik weer een hele andere dag. Ik wandel, haal croissantjes bij de bakker, zuig de auto, ga naar golftraining. Ook haal ik wat uren slaap in na een warme lunch. Een warme lunch, mijn ultieme vakantiegevoel. Aan het eind van de dag wordt de houtkachel gestookt. Na de friet met pindasaus, vrijdageten op zaterdag, kleed ik mij weer om in concertkleding. Ik ben voor acht uur besteld. Dat blijkt de aanvangstijd te zijn van het concert, ik ben blij dat ik een pietsje eerder ben. Wouter en ik nemen nog even de loop van de avond door en we praten bij over de stress van vanmiddag door een meer dan vervelend mankement aan het kistorgel (hanger) en een onwillige leverende partij. Dan is het tijd om op te stellen. De vleugel staat achteraan, Wouter kan tussen koorleden door de dirigent zien. Ik niet. Geen idee dus wat er aan het gebeuren is. Ik hoef dan ook alleen maar blaadjes om te slaan. Na drie stukken verhuizen we naar het kistorgel, ook daar heb ik dankzij de opstelling een zeer beperkt zicht. Wat voor mij veel erger is, is het feit dat ik een totaal niet verwacht klankbeeld heb. Koor en orkest zitten voor ons. Gisteren had ik een repetitie om te wennen aan het samenspel tussen grootorgel met klavier achter het front en koor (beneden). Nu overvalt het met volledig. Ik let maar zo goed mogelijk op de handen van de organist, want ook de orgelklanken/partij zijn soms vreemd. Verder geeft hij altijd wel redelijk duidelijk aan als ik al mag omslaan, waarbij ik zorg dat ik het blaadje ruim op tijd vast heb. Zo kom ik zonder kleerscheuren aan het eind van dit concert door een kakofonie van geluid. Bladluis achter de schermen, het is niet mijn ding. Vooraan op het podium zitten heeft weer andere uitdagingen, maar deze opstelling ga ik maar snel weer vergeten.

Met 130 kilometer per uur rij ik mijzelf weer snel naar huis.

Op zondag bestaat het leven uit uitslapen, wat orde in het werk aanbrengen en een rondje lopen. Aansluitend eet ik een snelle lunch. Dan is zus er al en rijden we samen naar de Algemene begraafplaats in Doorn. Daar treffen wij na kort wachten mijn oudste broer aan, die mijn moeder uit Friesland heeft meegenomen. Met alle meebrachten planten en tuingereedschap lopen we naar het graf van mijn broer Jeroen. Daar doen we wat onderhoud en planten de meegebrachte bloemenstruikjes. Daarna zingen we de traditionele canons De uil, Dona Nobis en Shalom chaverim. Het is alweer het tiende jaar op rij dat we dit doen. Ook halen we goede herinneringen op aan deze broer. Hij had de kunst om te genieten van het leven heel goed onder de knie. Soms ten koste van anderen, wat hem niet af te leren was. Dat laatste probeer ik ten alle tijden te vermijden, dat eerste probeer ik wat meer te doen. De gang naar de begraafplaats na twee avonden Requiem is op zich wel toepasselijk, had ik mij tijdens de concerten al bedacht. Het leven eindigt met de dood, daar op een goede manier komen is soms wat voorwaarts struikelen vind ik.

Terug op de parkeerplaats nemen we afscheid van mijn moeder, die alleen gaat terugrijden. Ik zet mijn broer en zus weer af in Utrecht en ga naar huis voor nog een uurtje slapen en dit blog schrijven. Zo komt ook deze week weer ten einde, ik vind het zo tijd om de houtkachel te gaan stoken.

Geef een reactie

Je e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *