Wie het kleine niet eert
Deze zondag ga ik nog meer hout uit het bos halen. In tegenstelling tot twee weken geleden is het klein spul. Dat veel tijd kost. Desondanks is het prima brandhout, waar gewoon iets meer tijd in gaat zitten.
De dag begint supervroeg. Om vijf uur zijn we al wakker. Dat krijg je er van als je heel vroeg gaat slapen. De nacht is alleen verstoord door luid brallende studenten tijdens een fikse regenbui. Verder slaap ik tussen het normale gerommel met katjes door. Dat vijf uur wakker zijn is het startsein voor een productieve dag. Die begint gewoon met koffie op bed. Ondertussen kijk ik een vlog van een Amerikaanse boomverzorger die ik volg. Boomverzorger is veel gezegd, hij is vooral een zager.
Na de golfles van gisteren heb ik wat spierpijn. Ver slaan gaat ook gepaard met gebruik van spieren, alleen swingen is niet genoeg. Desondanks ga ik gewoon mijn plank-oefeningen doen. Ik heb verder twee (2!) huishoudelijke taakjes, die allebei vanmorgen zijn: wasmand een verdieping hoger brengen en even helpen met het dekbedovertrek om het dekbed doen. Vanmiddag zal ik helemaal alleen het bed in het Boshuis moeten opmaken, maar dat is niet thuis. Na al deze plichtplegingen en het inpakken van mijn werktas en weg-van-huistas, ga ik een rondje wandelen. Het is nog vroeg, de maan schijnt nog.
Na nog een kopje koffie pak ik de auto verder in en rij ik naar het Noorden. Het is al merkbaar vroeger weer licht. Heerlijk. Bij mijn ouders krijg ik nog een kop koffie. Daarna help ik mijn vader met hout naar binnen brengen, terwijl ik ondertussen ook de achterbak van mijn auto volgooi. Verder leg ik alle zaagspullen klaar en ruim ik het kloofhok grotendeels op.
Na de gezamenlijke lunch is het tijd voor een rustuurtje voor mijn ouders. Ik vertrek met de quad, aanhanger en genoeg zaagspullen naar achter in het bos. Daar leer ik mijzelf beter achteruit rijden met de aanhanger aangekoppeld en ga ik vervolgens resten tak oogsten. Van alles wat we afgezaagd hebben en hebben laten liggen, zit nog genoeg materiaal dat zo de kachel in kan. Als ik het tenminste op maat zaag. Het is even een klus in ondertussen drassig geworden land. De regen van de afgelopen weken heeft de bodem goed gedaan, maar ik sta tot mijn enkels in het water. Hoe meer ik er loop, hoe erger het wordt. Dus werk ik efficiƫnt en beweeg ik zo min mogelijk. Grote stukken tak gooi ik richting aanhanger om daar in kachelformaat te zagen. Dat houdt mij zeker twee uur bezig, inclusief opladen. Dan heb ik de aanhanger ook echt goed vol zitten. Eigenlijk te vol. Dus ik rij heeeeeel rustig terug naar het erf, om daar opnieuw de mijzelf net geleerder achteruitrijtechniek toe te passen. De aanhanger komt daarmee naast het houthok uit. Ik ga deze lossen, daarna zaag en kloof ik in het houthok nog even wat resten en rij deze met de kruiwagen ook weg.
Het houthok is daarmee verrijkt met nog eens een halve kuub hout. Het was even wat werk. Deze zondagmiddag was er een mooi moment voor.
Aansluitend ga ik borrelen bij mijn ouders en kook ik samen met mijn vader. Ondertussen stoken we de houtkachel. Al dat hout heeft tenslotte een doel. Lekker warm worden. Tijdens het zagen, het kloven, het stapelen, het verplaatsen en bij het stoken zelf. Minstens vijf keer warm en dat is dan nog als je het niet twee of meer keer hoeft te verplaatsen.
Na het diner vertrek ik naar het Boshuis. De maan schijnt opnieuw fel, ik krijg de foto niet helemaal goed. In het Boshuis ga ik het bed opmaken en onder het genot van nog een glaasje wijn dit blog schrijven en publiceren. Het was weer een zinnige zondag.