Uithuizig
De werkweken zijn redelijk gevuld deze dagen met van alles en nog wat. Zo praten we lang en veel over de toekomst van de afdelingen en de daarbij behorende medewerkers. We schuiven wat onderling zodat er ruimte ontstaat voor nieuwe impulsen. Traditiegetrouw eten we aansluitend Indisch. Gezien de periode van het jaar, eet ik vooral groenten en pindasaus, met rijst en ei. Dankzij wat matigen met eten, niet meer snoepen en blijven bewegen val ik een beetje af.
Zowel op donderdag als op vrijdag maak ik qua reizen wat grotere bewegingen. Zo begin ik de ochtend in Amsterdam op beide dagen, om vervolgens de middag of avond in het zuiden van Brabant door te brengen. Op donderdag ga ik via het werk in ’s-Hertogenbosch om daar nog even wat stukken voor de Raad van Bestuur af te maken. Daarna rij ik met een collega naar Alphen-Chaam. We, mijn werkgever, hebben daar blijkbaar een stuk bos. Samen met StukjeNatuur en de lokale Bosgroep gaan we bomen planten. Het worden 16 stumpen van 25 bomen (dus 400).
De Bosgroepmensen hebben al eerder de bovenlaag weg geschraapt, aan ons de eer om gaten te graven en kleine kastanjes en zilverlindes zonder kluit te planten. Daarna moet er gaas omheen gevouwen worden dat met bamboestokken moet blijven staan. We zijn met 25 collega’s, allemaal uit mijn afdeling. Blijkbaar ben ik enthousiast genoeg geweest voor zoveel inschrijvingen en ook de regen weerhoudt ons niet van grapjes maken en hard doorwerken. Sander, ons hoofd events, is er ook om ons aan te moedigen, een stukje te vertellen over het hoe en waarom en een paar foto’s te maken. Na 2 uur werken en aansluitend wat drinken en snacken uit mijn achterbak, gaan wij weer terug naar het werk om de laptop op te halen. Ik ben niet doorweekt maar wel nat genoeg om stoelverwarming lekker te vinden.
Op vrijdag ga ik na de ochtend in Amsterdam naar huis, katjes aaien en aandacht geven. Ook loop ik nog even een rondje rond een kerk, de stappenteller blijft beweging vragen. De man is de hele dag bij de kleine grote kleinzoon in Ulvenhout. Aan het eind van de middag duik ik de file op de A27 in.
Mijn broer komt mij rond half zeven aflossen in het geven van aandacht aan katjes, en ze voeren. Ik sluit in Ulvenhout aan bij het eten en bijpraten met de cadeaukinderen. Zij hebben dankzij opa een relaxte dag gehad. Na het eten rij ik ons in bijna de helft van de tijd van de heenweg weer terug naar huis. 130 km/u is echt iets anders dan filerijden.
Op zaterdag ga ik naar het Noorden. Met broer en zus gaan we klussen in de tuin bij mijn ouders. We zijn voor dit voorjaar zo goed als klaar in het bos, mijn zus blaast de verschillende paden nog een laatste keer en we gaan de strijd aan met de bosrank. Verder maai ik de bloemenweides en schrob ik met de staalborstel op de bosmaaier de terrassen. Dankzij een heerlijk voorjaarszonnetje ruik ik het gras onder mijn voeten dat binnen een paar uur hooi wordt. We voeren vele kruiwagens blad en maaisel af. Verder zwengel ik nog kort de kettingzaag aan voor wat laatste opruimwerk, gooi de achterbak vol met hout voor de kachel en zo komen wij rondom koffie, lunch, thee en borrel de dag prima door. Het eten bestaat uit een wortelsalade met pasteitjes. Eenvoudig en smakelijk. Broer en zus blijven na het eten op de bank hangen, ik ga naar het Boshuis voor een paar extra uren slaap.
Er staan drie reeën op deze foto
Op zondag ben ik later dan anders wakker maar ruim voor de anderen. Na mijn ontbijt met krant en mail is ook zus wakker. We trekken de laarzen aan en gaan een rondje Dellerbuurster heide lopen. Tussen de paarden door.
Onderweg zien we verder het nodige wild en in het wild hardlopende mensen. Ook nu schijnt de zon alweer lekker. Terug op het erf ga ik een kop koffie halen bij mijn ouders. Nadat iedereen ontbeten heeft gaan we de grote honden uitlaten in het bos. Daarmee is het dan alweer koffietijd, waarna ik de auto voorrij en we terug naar Utrecht vertrekken. Daar lees ik onder andere in de brief van Paulus aan de Korintiërs. Ik ben totaal niet bijbelvast, maar dankzij een boek van Paulo Coelho, de hoogste gave over een preek van Henry Drummond, lees ik deze specifiek.
De nieuwe werkweek is vooral in Amsterdam. Ik begin echter in ’s-Hertogenbosch. Op dinsdag heb ik een presentatie in de Raad van Bestuur. Ondanks drie keer navragen blijken ze thuis te zitten en niet in Amsterdam, waar ik ben. Had ik kunnen vermoeden, want later in de week hebben ze offsite. Ik was daarvoor uitgenodigd, maar omdat ik dan op Vlieland ben, heb ik dit tijdslot gekregen. Dus zit ik braaf naast mijn collega tegen een scherm te praten. Het kan verkeren. Op woensdag wordt de werkdag afgesloten met nicht N, die met een collega van mij is komen praten. Altijd goed om elkaar even te zien.
Op donderdag werk ik de ochtend ook in Amsterdam en praat met veel collega’s. Rond het middaguur stap ik in de auto richting Harlingen voor de boot naar Vlieland. Ergens in november moest ik een paar dagen met de trein naar het werk en heb ik uit verveling eens gekeken of ik deze dagen terecht kon op Schier. Dat ging niet, ze verhuren in deze periode alleen per week. Vervolgens kwam ik uit op Vlieland, het enige Waddeneiland dat ik nog niet had bezocht. De gehele reis is ontspannen, er zit een handjevol mensen op een grote boot die er 1,5 uur over doet. Op het eiland heb ik de accommodatie snel gevonden, ik ben de enige die op dit tijdstip incheckt. Het is een overzichtelijke studio geworden. Net zoals thuis mag ik nog het bed opmaken en ook hier hangt een wisser in de douche om de ruit mee droog te wissen om kalkaanslag te voorkomen. Verder een goed geoutilleerde keuken waar ik weinig gebruik van maak. Een koelkast en afwasmachine zijn echter wel zo handig.
Ik pak mijn werktas en weekendtas uit en ga dan het dorp in, boodschappen doen. Het is daarna nog licht genoeg voor een rondje lopen en een eerste verkenning. Vlieland is bosrijk, wat zich vertaalt in houtkachels en erven vol hout dat nog gekloofd moet worden. Ook in deze bossen staan er soms nog grote plassen tijdelijk water. Op het strand valt de vaargeul ten noorden van Vlieland mij op. Verder is het heiig, waardoor ik alleen de contouren van Terschelling kan zien. Het is nog te vroeg voor de vuurtoren.
Op vrijdag sta ik rustig op en maak mijn vaste ontbijt weg van thuis: Griekse yoghurt met banaan, walnoten en honing, dubbeldrank en koffie. Een soort luxe versie van het ontbijt thuis (geen banaan of dubbeldrank, amandelen in plaats van walnoten). Na de ochtendkranten, een uurtje werken (we hebben een situatie op het werk waar ik mijn medewerkers graag zelf over inlicht, niet iets heel bijzonders) ben ik rond negen uur klaar voor de ochtendwandeling. Ik heb het plan om naar het Posthuys te lopen, grotendeels over het strand. Dat lukt ook, ondanks dat ik blaren loop. Aldaar drink ik een kop thee en ga ik rond het middaguur met de bus terug naar het dorp. Nog wat aanvullende boodschappen doen en daarna lunchen. De rest van de dag breng ik vooral slapend door, onderbroken met borreleten voor de televisie. Met jezelf praten is heel vermoeiend.
Op zaterdag ben ik op tijd wakker. Met een extra kop koffie lees ik de ochtendkranten. Daarna trek ik de gympen aan, de looplaarzen laat ik deze morgen thuis. Bij de veerhaven sla ik in oostelijke richting. Halverwege de dijk lopen de tranen over mijn wangen, het is een venijnige wind die me in het gezicht blaast. Dus duik ik snel het bos in waar het heerlijk lopen is in de zon. Door de ruime duinenpartij heen ga ik richting strand, waar ik vervolgens linksaf sla. Met de wind in de rug loop ik langs de vloedlijn naar het westen tot het eind van de Badweg.
De golven kabbelen rustig aan mijn voeten en mijn gedachten verwaaien in de wind. Na een stuk Badweg neem ik het wandelpad door het bos naar de vuurtoren. Had ik al verteld dat Vlieland wat meer hoogteverschillen kent dan de andere Waddeneilanden? Mijn bovenbeen- en bilspieren krijgen extra inspanning te verduren, terwijl ik het verschil overbrug naar de nog geen 17 meter hoge vuurtoren. Dat snap ik wel, als je voeten al op 42 meter boven peil staan. Via de trappenpartij daal ik aan de andere kant weer af naar het dorp. De rest van de dag gaat op aan lezen, schrijven, nog een boodschapje doen en een hapje eten.
Na opnieuw een lange nacht in bed ben ik weer redelijk op tijd wakker voor ontbijt en andere ochtendrituelen. Het plan voor de rest van de ochtend is om nog een wandeling te maken door de bossen aangezien de wind is aangewakkerd. Op het strand zal het vooral zandstralen zijn. Verder breng ik het afval weg naar de verschillende bakken, doe een kaart op de post en pak mijn spullen bij elkaar. Met de boot van rond het middaguur vertrek ik dan naar vaste wal en zal ik met de beamer weer naar huis snellen. Klaar voor een nieuwe werkweek.
Mooie kilometerstand bereikt deze week