Prikdiploma
Nadat ik de man op donderdag heb achtergelaten in het ziekenhuis begint het grote wachten. Eerst is het wachten tot ik in slaap val, want een eerste nacht alleen is altijd weer wennen. Daarna is het op vrijdag wachten op bericht dat hij richting OK is gegaan. Dat komt al om 10.15u, eerder dan verwacht en hij is dan al even onderweg. Ze lopen voor op schema. Verder is het wachten op stukken die ik nog moet bekijken voordat ik ze doorstuur naar onze toezichthouder. Om 14u belt de chirurg dat hij klaar is en het goed is gegaan. Om 15.15u stap ik in de auto en haal ik in Zeist een van de dochters van de man op. Samen gaan we eens kijken of hij al te vinden is. Dat is hij nog niet. We treffen wel de chirurg aan die wat ontdaan is na een prikincident. Verder vertelt hij uitgebreid dat het inderdaad carbon schroeven zijn geworden, die technisch uitdagender zijn om te plaatsen, maar minder ruis geven op toekomstige MRI’s. Om 16.45u wordt de man de afdeling op gereden, hij is dan al goed wakker en vol praatjes. Wij horen het verhaal van de chirurg nog een keer, zijn verwachting is zondag naar huis, praten bij en daarna ga ik de dochter terug in Zeist afzetten alvorens ik mij naar huis spoed voor katjes voeren. De rest van de avond staat in het blog Muzikaal weekend.
Op zaterdag werk ik een normaal ochtendritueel af, met wat boodschappen daarbij. Ook haal ik een croissantje voor de man. Tegen elf uur rij ik met mijn zus naar het ziekenhuis. Daar wordt net de enorme pleister (30x25 cm) van de rug van de man gehaald en kunnen we de schade bekijken. Het zijn 8 wondjes van elk een paar centimeter met ongeveer 4 nietjes per wondje. De bovenste zijn al dicht, de onderste lekken nog een beetje. We maken een mooie foto voor hem en wie er verder belangstelling heeft, daarna komt er een nieuwe knutselpleister op (deze maat is niet standaard). En passant komt de fysiotherapeut kijken. Ik ben de tel van specialisten nu ondertussen kwijt. Aangezien de man vanmorgen al zelfstandig een paar keer uit bed is geweest, waaronder de eerste keer onder toezicht, gaat deze specialist zonder verdere actie er weer vandoor. Het is blijkbaar niet gebruikelijk dat een patiënt na een dergelijke operatie alweer zo snel zelfstandig op de been is, maar ja….de man is ook niet heel gemiddeld. Wij krijgen een rolstoel voor hem, hij kleed zich aan in joggingbroek en hoodie en we nemen hem mee naar beneden voor een kop echte koffie en een gevulde koek. Na een uurtje bijkletsen over pijn, pijnmedicatie etcetera brengen we hem weer terug voor lunch en rustuur en gaan wij op huis aan. Ik breng de middag grotendeels door in bed, met twee katjes in of onder mijn knieholte. Dit alles in afwachting van een inspannende avond (zie blog Muzikaal weekend). Na het concert loop ik door een grote regenbui naar huis, waar ik de katjes gevoerd door mijn broer aantref. Mantelzorg bestaat ook uit het inzetten van hulptroepen als dat nodig is.
Het thuispubliek na een avond concert
Op zondag ga ik lekker even wat werken na een lange sessie pilatus. De rugpijn is nog steeds niet over dus ik doe er alles aan om deze zo beheersbaar mogelijk te houden. Na de lunch ga ik in het ziekenhuis kijken. De man is ondertussen alleen op kamer en mag nog niet naar huis. Dat is jammer, ik had het wel aangedurfd, maar de zaalarts en artsen in opleiding willen liever dat de chirurg maandag nog even een oordeel velt. We zitten een paar uur samen op/aan bed te praten over van alles. In overleg met het verplegend personeel is de man wel alweer belangrijk gezakt in pijnmedicatie, hij zit bijna op de hoeveelheid die hij voor de operatie slikte. Hij merkt ook dat hij een hele andere pijn heeft. De oorspronkelijke pijn van de ingezakte/gebroken wervel is er niet meer, hij heeft nu ‘gewoon’ spierpijn en wondpijn van de operatie. Dat is goed nieuws, want daarom hebben we het allemaal gedaan. Ik ga aan het eind van de middag naar huis om kachel te stoken, hapjes te eten, glaasje te drinken, katjes te kroelen en op tijd naar bed te gaan.
Maandag ga ik mijn gezicht laten zien in ’s-Hertogenbosch. Maar niet voordat ik het huis schoonmaaksterklaar heb gemaakt en de dochter uit Zeist welkom heb geheten. Ik moet even de wifi-code voor haar navragen bij de man. Zij gaat heel lief de ochtend bij ons in huis wachten op onderhoudsmannetjes voor de dakgoot. Ik ga namelijk medewerkers in persoon vertellen dat hun manager bij ons vertrekt. Ik heb daar een min of meer standaard protocol voor dat ik graag volg, zodat iedereen de gelegenheid krijgt om zorgen te uiten, felicitaties voor een nieuwe uitdaging uit te delen en vragen te stellen. Aan het eind van de ochtend stuur ik het halve bedrijf een mail met de feiten en werk ik nog wat vergaderingen af. Om twee uur is mijn geduld met wachten op en meld ik de man dat ik eraan kom. Dat meld ik ook bij mijn zus, die in de startblokken stond om hem eventueel uit het ziekenhuis op te halen. Ik weet niet of ik hem mee ga krijgen, maar ik ga hoe dan ook maar eens kijken hoe de vlag erbij hangt. Aan zijn bed gezeten komt de dagploeg nog een paar laatste controles doen en vragen of de chirurg al langs is geweest. Jasper is er uiteindelijk om 16.15u en bekijkt de rug. Hij is het met mij eens dat de patiënt genoeg in het ziekenhuis is geweest. Het ontslagdossier ligt gelukkig al klaar dus wij gaan ons klaarmaken om naar huis te gaan. Tas inpakken, recepten meekrijgen, nog een laatste prikje in een been, aankleden. Ik haal een transportstoel op bij de ingang en rij hem vervolgens met zijn tas en mijn werktas naar de uitgang. Daar gaat hij even op een bankje zitten wachten totdat ik de auto uit de garage heb gehaald, de achterban append dat hij mee naar huis gaat. Ik help hem even in de auto en door de files heen rijden we rustig naar huis. Daar stapt hij zelf uit en loopt naar de voordeur. De katjes staan luid te schreeuwen. Niet zozeer omdat hij er weer is, vermoed ik, maar omdat het brokkentijd is! Prioriteiten, prioriteiten. De prioriteit van de man is rustig zitten en bijkomen. De radiotherapie, operatie en paar dagen toch erg weinig activiteit hebben erin gehakt. Ik pak uit en ruim op en ga dan Japanse gehaktballetjes maken. We gaan op tijd naar bed en slapen. Het is weer even wennen, het bed delen.
Op dinsdagochtend regel ik het huishouden, zorg dat de laptop van de man beneden staat en hij voorzien is van de juiste middelen om de dag door te komen. Ik ga namelijk eerst in ’s-Hertogenbosch werken en dan door naar Amsterdam voor de kickoff met onze toezichthouder van hun onsite. Ik hoef niet bij de diepte-interviews met onze Boardleden te zitten, dus halverwege de middag ben ik weer thuis. Met een recept onder de arm ga ik naar de apotheek voor een paar aanvullende prikjes voor de man. Na de operatie krijg je een andere bloedverdunner dan eentje in pilvorm, ik heb de instructie gekregen nog een paar avonden hem te voorzien van deze injecties. Maar drie keer raden, de benodigde spullen zijn er niet. Dus ga ik terug naar huis, pak ik de fiets en rij ik naar de andere apotheek. Daar hebben ze het wel en krijg ik ook een naaldencontainer mee (zoals op de topfoto). Na het eten mag ik met een ultra dunne naald de man voorzien van het spul. Netjes alle instructies opvolgend lukt het zonder problemen. De eerste keer prikken is gelukt.
Woensdag ben ik weer bijtijds op en ga ik na de ochtendrituelen naar ons kantoor in Brabant. Eigenlijk had ik vandaag een offsite met mijn baas en team, maar omdat iedereen het erg druk heeft, is deze op maandag afgezegd. Ik had natuurlijk zondag de benodigde voorbereiding gedaan, maar die gebruik ik bij een volgende gelegenheid wel weer. Ondanks alles heb ik de meeste basale dingen nog redelijk op orde en loop ik niet achter. Deze woensdagochtend neem ik daarom de tijd om eens rustig bij te praten met deze en genen. Ook belt de baas met een update en de mededeling (verkapt als vraag) dat ik er een afdeling/werk bij ga krijgen. Dat is prima, ik heb er meerdere keren om gevraagd.
Ik ga gezellig samen met de man thuis lunchen na een autorit door de sneeuw. Daarna rommel ik wat door de middag heen met boodschappen doen, een dossier schrijven waar ik tegenaan hik en op tijd zorgen dat ik kan koken. Een oud-collega komt eten en we hebben het over mogelijke nieuwe samenwerkingen. Voor de man is het goed om wat afleiding te hebben. Ook het tweede prikje in zijn been gaat goed voordat hij gaat slapen.
Donderdag is weer een andere dag. Deze keer ben ik het hoofdonderwerp van het diepte-interview van onze toezichthouder. Het gaat over mijn eigen onderwerp, dus dat is niet zo moeilijk. Ook krijgen we een grote lijst met vragen van ze, terwijl ik de antwoorden op de vorige lijst naar ze toestuur. Ik ga voor de verandering een keer met de trein naar het werk, want op de weg is het niet alles en met mijn rug ook nog steeds niet. Daarom zeg ik de man en zijn bezoek rond half elf gedag en loop ik naar het station. Dat gaat prima. In Amsterdam blijf ik tot het eind van de middag bezig met van alles en nog wat en krijg ik nog een heerlijke fles bubbels uitgereikt omdat we een prijs gewonnen hebben. Ik ben op tijd terug thuis om het eten te maken, we eten Gadogado. Na het derde en laatste prikje ben ik ontheven van verdere verzorging van de man vooralsnog, vanaf nu kan hij weer overstappen op zijn gebruikelijke pillen voor de bloedverdunning.
Vrijdag heb ik een thuiswerkdag. Dat is maar goed ook, want er moet veel gebeuren. De rugpijn is helaas overgegaan in een beginnende hernia, met de nodige ellende in een been. Desondanks kan ik nog goed liggen en lopen, wat ik dan ook veel doe. Even wat boodschappen halen, rondje door de stad lopen en schuilen als het erg hard regent. Een uurtje op een bankje liggen zit er ook nog in. Verder bak ik speculaas. Een grotere hoeveelheid voor mijn ouders in Friesland, een kleintje voor ons thuis en een kleintje voor vrienden om de hoek. Die ga ik wegbrengen op weg naar De Pieper om ons avondeten op te halen: frietjes met kipsaté. Terug thuis snort de houtkachel heerlijk en komen we bij van deze week. Ook nu slaap ik best goed en de man best redelijk.
Het gaat precies, op en neer naar mijn ouders met slecht weer. Niet te hard rijden.....
Zaterdagochtend wordt ik wakker met meer pijn in mijn been. Desondanks ga ik lopend naar de bakker, croissantjes halen. Na nog een kop koffie neem ik de nodige spullen mee de auto in en ga ik mijn zus ophalen. Samen rijden we naar onze ouders om uitgebreid bij te praten over van alles en nog wat. Gezien de sneeuw eerder in de week in het Noorden hebben mijn ouders nog geen wekelijkse boodschappen gedaan, dat doen ze vandaag. Wij gaan nestkastjes schoonmaken, een doorgang snoeien zodat de auto’s er weer normaal door kunnen en alles opruimen. We zijn er nog niet mee klaar als ze weer terug zijn en we gaan lunchen. Na de lunch ga ik een uurtje op bed liggen, wat prima gaat. Met wat reguliere pijnstilling is het werk ook prima te doen en heb ik weinig last. Ook hout pakken voor de kachel gaat goed. Na de nodige klussen drinken we thee. Daarna ruim ik het erf en al het gereedschap weer op. Mijn zus helpt mijn vader met het koken, ik stook de houtkachel. We eten puree/witlofgratin en appeltjes met soezendeeg toe (zij dan, voor mij is dat teveel). Ruim op tijd kunnen mijn zus en ik daarna huiswaarts. Zij rijdt. Omdat het regent, stormt en het koud is, rijdt ze heel rustig. Daarmee halen we thuis op deze batterijlading, met nog 31 km in de auto zijn we weer thuis. Harder rijden had gekund, maar dan hadden we ook even aan een snellader moeten gaan staan. Was niet sneller geweest. Elektrisch rijden heeft zo zijn uitdagingen. Thuis zit de man nog bij de gloeiende houtkachel, ik ga boven nog even zijn bed voorzien van een extra kussen zodat hij comfortabel de nacht door komt. Hij doet dat, mij lukt dat helaas niet. De pijn komt overal doorheen, ik slik wat extra pijnstilling die niet echt helpt en kan maar in 1 houding een beetje dommelen. De katjes willen graag een andere houding, maar dat is echt niet te doen. Zij humeurig, ik humeurig. Gelukkig merkt de man hier niets van, hoop ik. Ik kan dan wel mijn prikdiploma hebben gehaald deze week, dat betekent nog niet dat ik al weet hoe ik om moet gaan met de eigen gesteldheid. Het komt vast goed en tot die tijd doen we even met wat er is. Ik leer veel van het stoïcisme van de man. Een loopje naar de bakker helpt veel, zeker ook voor de mentale gesteldheid.