Vandaag gaat het niet zover komen. Want ik ga een paar uur buiten lopen tijdens het golfen. Met Harry, in de polder. Om acht uur sta ik al op de oefengreens wat kort spel te oefenen, als hij er is gaan we de driving range op om warm te worden. Dat is nodig, want het is gewoon nog maar zes graden met een flinke wind. Ik heb een muts op. Op de eerste hole van Aak (we spelen Aak/Botter vandaag) wordt die ingeruild voor een petje. De zon schijnt namelijk ook en met alles wat nog glinstert op de baan en alle boterbloemen is het zaak de bal goed te volgen. Anders is terugvinden niet aan de orde. We spelen vooral een hele gezellige ronde onder het bijkletsen. Af en toe sla ik mooie ballen, gemiddeld kom ik tegenwoordig met mijn driver op 175 meter. Dat was beduidend minder, maar al het planken en de bovenarmen/schouderoefeningen hebben echt nut. Ook met de ijzers kom ik gemiddeld ongeveer vijf meter verder dan hiervoor. Dat klinkt als niet significant maar kan soms net het verschil maken tussen in de bunker liggen of op de green. Het putten is vandaag niet alles, maar ook het korte spel laat nog wat te wensen over. Als dat goed zou zijn, dan maakt het putten niet zoveel meer uit tenslotte.

Even voor twaalf uur zijn we terug bij het clubhuis voor een kop koffie en plak bananenbrood. Nog even de administratie bijwerken en met een tot ziens gaan we elk weer ons weegs op deze zonnige maar ook koude zondag. De zonnebrand zat er terecht op, de windbreker is 5 minuten uit geweest en toen weer snel aan.