Meten is weten
De zondag vult zich voor mij daarom met wat kleine klusjes doen, even genieten van een Vesper en daarna voor een blad met hapjes zorgen. Ik stook de houtkachel nog maar eens op. Ondanks vele pijnstillers is de man heel erg minnetjes. Op maandagochtend ga ik daarom maar niet naar het werk. Vanuit huis regel ik het een en ander en doe ik wat vergaderingen. Rond elf uur rij ik de man naar de huisarts. Dat is eigenlijk de eerste keer dat hij niet zelfstandig is. Behalve de keer dan dat hij was gevallen en een paar hechtingen nodig had. Ik mag met hem mee de spreekkamer in. Ondanks de bovenmatige pijn is er verder niets te ontdekken, alle vitale levensfuncties zien er goed uit, inclusief saturatie. Waar we zelf aan dachten, iets reguliers als een longontsteking, is het niet. Dus gaan we na overleg door naar het ziekenhuis. Daar brengen we zes uur door in kamer 3 van de Spoed. Bloedonderzoek, röntgenfoto longen, CT-scan bovenlijf, ondertussen aan de doorlopende monitor en veel dezelfde vragen van verschillende specialisten later is er geen uitslag die een verklaring is voor de ondertussen hevige pijn. Geen ontsteking, geen longembolie, niets aan het hart dat er anders ook niet is, geen klaplong, geen gebroken wervel of rib. Alles wat te meten is, wordt gemeten. Niets dat en hevige pijn verklaard, die ook niet zomaar wil zakken met wat ingespoten morfine. Ik heb me tijdens het aanzien van dit alles wat beziggehouden met het verplaatsen van vergaderingen en zorgen voor vervanging voor een bijeenkomst ’s avonds in Amsterdam. Daar ga ik geen presentatie geven deze keer, een van mijn meer dan uitstekende medewerkers vervangt me.
Collega Bas is de gastheer vanavond
We gaan aan het eind van de middag langs de ziekenhuisapotheek voor een stevige hoeveelheid pijnstillers en aanverwante artikelen en naar huis. De hogere instap van deze auto maakt het iets makkelijker vandaag. We eten een boterham en spreken de komende dagen door. Daarna ga ik wat boodschappen doen om die komende dagen ook wat te eten te hebben. De man slaapt daarna zittend de nacht door.
Op dinsdag vertrek ik na alle ochtendroutines, aangevuld met de voor mij ongebruikelijke taken van kattenbak schoonmaken en vuilnis buiten zetten, naar ’s-Hertogenbosch. Daar werk ik geconcentreerd en hebben we een superbijeenkomst met veel van onze stakeholders. Ik verzet daarna mijn gedachten met een stevige wandeling door de historische stad. Halverwege de middag laat mijn agenda toe om richting huis te gaan, waar ik nog wat verder werk. Dit zorgt ervoor dat ik rond zes uur het eten in de oven kan schuiven. Het is simpel ovengroenten met worstjes. Om me er niet helemaal eenvoudig vanaf te maken, organiseer ik nog een fris yoghurtsausje met verse kruiden erbij.
Zaal vol stakeholders en collega's
Op woensdag werk ik de ochtend thuis en doe ik de wassen. Ook dat is een taak die ik nooit doe als de man thuis is. Alleen tijdens zijn vakanties organiseer ik dat. Het is een vreemde gewaarwording om nu dit soort taakjes te doen terwijl hij thuis is. Zijn pijnsituatie is echter niet zodanig verbeterd dat hij meer kan doen dat zitten, staan, pillen innemen en een beetje voor zichzelf zorgen. ’s Middag rij ik voor een kennismaking met een lid van de RvC naar Amsterdam. Daaromheen spreek ik nog wat andere mensen, wat wel zo gezellig is. We eten opnieuw ovengroenten, nu met kaas die over is van de hapjes van zondag. Daarna ontvang ik nog bezoek. Iemand uit ons werknetwerk wil graag reflecteren op musicus zijn en ondertussen de kost verdienen met een meer dan pienter hoofd. Ik help gedachten en aannames ordenen c.q. ontkrachten en feiten boven water brengen. Het komt vast goed met deze dame en anders toch ook. Ze weet wat belangrijk is, op haar jonge leeftijd is dat een eerste prioriteit.
De donderdag begint routineus. We beginnen beiden te wennen aan de iets andere verdeling in dit huis. Ik ga in Amsterdam werken, vandaag is de belangrijke dag om een paar belangrijke documenten goedgekeurd te krijgen. Het lukt. Ook nu weet ik de agenda zodanig in te delen dat ik het laatste stukje van de werkdag thuis kan zijn. Dat betekent de facto dat ik met de jas nog aan en de capuchon over het hoofd op de bank een tukje doe. De nachten zijn anders dan normaal. Daarna roerbak ik een Italiaanse groentemix, doe er een half kuipje Boursin doorheen en bak moten zalm. Onze eetlust is niet heel groot maar voldoende gezonde vetten en vezels binnenkrijgen is belangrijk. De man slaapt nog steeds zittend, ik rommel alweer een nacht door.
Op vrijdag werk ik de notulen van de vergadering van gisteren uit en organiseer ik nog wat andere zaken voor het werk. Dat doe ik vanuit huis. Rond elf uur stap ik namelijk in de auto voor een ronde golf met oud-collega’s. Even lekker bijpraten over hun besognes en ondertussen af en toe tegen een bal slaan. Dat gaat met wisselend succes, ik ben vandaag niet in topvorm. Thuis bak ik wat broodjes af en verwarm ik soep van de Soepfabriek, nadat ik de houtkachel heb aangestoken. Zelf drink ik er wijn bij, gezien de hoeveelheid medicijnen is de man even op rantsoen.
De zaterdag is mijn werkvrije dag. Na de ochtendwandeling langs de bakker rij ik door een prachtig Amelisweerd naar Bunnik voor de reguliere weekboodschappen. De mist ligt nog op de velden en de zon straalt in brede banen tussen de bomen door. Rond het middaguur gaan de man en ik een klein rondje buiten lopen en even verderop lunchen. Terug thuis kruip ik op ‘mijn’ bankje, samen met Leila, voor de hoognodige inhaaluren slaap. Ik hoor de man beneden hoesten. Dat heeft hij deze week nog niet gedaan.
We rommelen de avond in met opnieuw een houtvuurtje, wat hapjes en twee bruine monsters a.k.a. de katten. De nacht slapen gaat slecht. Het hoesten van de man wordt erger en hij kan ook niet meer geluidloos ademhalen. Op deze manier wordt het toch een longontsteking, naast het andere. Het is op zondagochtend nog niet zodanig dat we teruggaan naar de Spoed, hij gaat het nog een dagje uitzingen om op maandag met de huisarts verder te overleggen. Ook heeft hij ondertussen verwijzingen naar twee specialisten gekregen voor verder onderzoek. Ook daar gaat hij maandag afspraken mee maken. De ochtendroutine bestaat uit rekken en strekken voor mij (pilatus) en even met een omweg naar de bakker lopen voor warme croissants. Terug thuis drinken we samen koffie. Terwijl ik daarna het bed afhaal en de kattenbak schoonmaak, pakt hij wat gereedschap erbij. Ik haal daarna het doucheputje uit elkaar dat hij schoonmaakt. Hij heeft ondertussen ook de koffiemachine gereinigd. Na wat werken zet ik daarna met zijn aanwijzingen het stoofvlees op het vuur. We eten heel traditioneel vlees, aardappels en groenten vandaag. Het huis raakt langzamerhand doordrongen van de heerlijke geuren, vooral als de man even de deksel oplicht om voorzichtig te roeren.
Halverwege de middag pak ik de auto. De dochters van de man komen net aanlopen, ik zwaai even. Verderop lopen mijn broer en zus en ik stop om ze in te laten stappen. Het is namelijk ondertussen 6 oktober geworden, de dag dat broer Jeroen 55 zou zijn geworden. We gaan naar Doorn, even bij zijn graf canons zingen. Verder praten we in de auto bij over alle gezondheidskwalen van eenieder. Ik, de jongste, kom er nog steeds heel genadig af als ik het zo hoor. Zelfs zus heeft dankzij een uitbundig paard iets beurs.
Terug thuis schuif ik nog even aan bij de man en dochters bij de thee. Verder doe ik nog even een snelle boodschap en haal voor de zekerheid een saturatiemeter op. Gewoon, omdat meten weten is in deze periode.