Hoofd niet zomaar leeg
De maandag begon met een volle dag werken in Leeuwarden. Aansluitend gaan nicht N. en ik eten. Het wordt slechts de borrelplank, die is namelijk veel te groot bij Fellini’s dus we komen niet aan eten toe. Op dinsdag werk ik in Den Haag en ga ik aansluitend eten met een collega bij Umami. Woensdag loopt weer anders dan al gepland. Uiteindelijk ben ik een uur later dan origineel gepland bij Pavarotti in Kijkduin voor eten met secretaresse W. Komt omdat de raad van bestuur-leden van het nieuwe bedrijf iets wilde uitleggen. Wat voor mij geen uitleg nodig had. Keuzes zijn keuzes.
Op donderdag ben ik weer in Den Haag. Nadat ik eerst worteltjestaart en flapjacks heb gebakken. ’s Avonds heb ik eigenlijk een MT-etentje. Maar door een hoop gedoe over aantallen, te weinig en daarna te veel, waar ik iets van mee had gekregen, heb ik mijn plek opgegeven. Dus gaan de man en ik even een hapje bij Buurten eten in Utrecht. Bijpraten, we hebben elkaar deze week niet veel gezien.
Op vrijdag ga ik naar Leeuwarden. Met een grote blauwe tas vol met lekkers voor de collega’s. We hebben een ‘hoe werken we samensessie’ met een ander MT, wat we LT noemen (leiderschapsteam, we managen onder agile niet meer vinden we). Aansluitend ga ik met een collega kibbeling eten op de markt. Na nog een online meeting stap ik in de auto richting Lauwersoog. Ik ga uitwaaien.
Al doende merk ik dat ik in een hoge versnelling sta. Boot op, zitten, krant lezen, contact met collega hebben over een incident, mails bijwerken, boodschappenlijstje bijwerken, boot af, bus in, bus uit, sleutel bij de receptie oppikken, spullen boven zetten, boodschappen doen. De vernieuwde supermarkt is net deze week weer open, ik moet even zoeken waar alles staat. Het is niet vanzelfsprekend logisch. Ik ben alweer terug in mijn appartement als de laatste uit de bus nog moet inchecken. Dat ligt niet aan de dame achter de receptie, die is gewoon efficiënt. De meeste gasten kunnen gewoon de tijd nemen, ze zijn op vakantie. Ik nog niet. De boodschappen gaan de kast of koelkast in, ik pak ook mijn tas uit. Aansluitend ga ik een rondje lopen. Ik heb gekeken hoe laat de zon onder gaat en richt mij op ongeveer dan terug in het dorp zijn. Het valt reuze mee met snel donker worden, nadat de zon onder is heb ik nog zeker een half uur met voldoende licht. Op de terugweg koop ik nog een goede fles wijn. Terug ‘thuis’ van huis maak ik een bord met lekkere hapjes voor bij de wijn.
Na deze week en twee glazen val ik om half acht in bed en slaap ik bijna elf uur. Dan ben ik ook wel weer klaarwakker en is het tijd voor ontbijt. Ook heb ik tijd om de ochtendkranten echt te lezen. Vaak neem ik daar de tijd onvoldoende voor. Om half negen is het echter genoeg geweest met het geluier en ga ik nadenken over een wandeling. Het wordt de Badweg af (paal 4), rechtsaf en dan via de Reddingsweg terug. Ik mis de opgang van de Reddingsweg. Waardoor ik een extra lus loop, tot paal 8 en dan doorsteken door de Kobbeduinen terug rechtsaf naar de Reddingsweg. Daar pauzeer ik even tien minuten, net zoals aan het eind van het pad waar de grote beesten rustig staan te kijken wat ik kom doen. Terug in het dorp doen mijn voeten pijn. Ik heb meer gelopen dan gepland en op tempo, het hoofd is nog niet leeg. Ze mogen vandaag echter niet zeuren, ik wissel de looplaarzen voor sportschoenen en ga winkelen in het dorp. Strandkoeken voor de familie-stadsgenoten, wat nieuwe kleren voor mijzelf, nog een fles wijn.
Na de lunch van spiegeleieren en veel thee ga ik slapen. Het wordt drie uur. Ik verhuis van bed naar bank voor meer thee en aansluitend een borrel.
Daarna trek ik de schoenen weer aan en ga bij de nautische zonsondergang bij de oude vuurtoren kijken. Er is een kunstwerk dat daar elke avond voor ongeveer een half uur te zien is. Deze twee maanden is het Nos Pais van Gilleam Trappenberg in het project Hi-Lo. Met mij verzamelen zich rond de vijftig mensen aan de voet van de witte toren om te genieten van bewegende beelden van een heel ander eiland.
Terug ‘thuis’ drink ik nog een glas wijn en lees ik wat. Rond mijn normale tijd ga ik slapen.
Deze nacht wil het slapen niet heel erg. Vanaf twee uur lig ik vooral wakker. Om zes uur heb ik genoeg van mijzelf en sta ik op. Het hoofd is onder andere druk met werk. Dus ga ik dat wegwerken. Rond tien uur ben ik daar klaar mee en ga ik wandelen. Deze keer over west, langs de rand van de duinen. Tot het Vuurtorenpad, daar ga ik de duinen in en dan links tot de Badweg. Over verharde paden loop ik terug naar het dorp. Ik heb tegen mijn eigen gewoonte in een koptelefoon op en luister naar opnames van Evensong op BBC radio 3. Het hoofd is ondertussen behoorlijk leeg, de ene voet voor de andere zetten als het werk bij is, helpt ook. Ik pak mijn spullen in, eet nog een lunch van gebakken eieren, ruim de laatste zaken op. Eigenlijk zou ik tot morgenochtend vroeg blijven, maar ik ga naar huis. Vanavond ga ik samen eten met de man, katjes kroelen. Ik sluit de rest van de wereld buiten op de boot door opnieuw een koptelefoon met Evensong op te zetten. De psalmen, responses, canticles, hymn en zelfs gesproken teksten helpen me geen last te hebben van gillende kinderen en andere lawaaipapagaaien. Ik schrijf rustig aan dit blog. Ik zit nog steeds in een versnelling hoger dan normaal op/van Schier, dat is het leven op dit moment blijkbaar. Ik ben bijgeslapen.