Gevallen vrouw
Op maandag ben ik ruim voor de wekker wakker en loop ik rustig door het ochtendritueel heen. Ontbijten, kopje koffie, douchen, afwassen, huis weer in orde brengen. Dan is het tien over zes. Ondanks dat het werk pas om half acht opengaat, besluit ik vast naar Leeuwarden te rijden. Het is lekker weer, dus kan ik prima voor het werk alvast een rondje lopen. Zo gezegd, zo gedaan. Ik parkeer de auto op onze parkeerplaats en doe de zware werkrugtas om. Met een stevige stap begin ik aan de ochtendwandeling. Nog geen paar honderd meter verder struikel ik over waarschijnlijk mijn eigen voeten en kletter ik op de grond. Ik vang de val eerst op met een knie, dan de ene elleboog om de andere elleboog als laatste te gebruiken in de rolbeweging. Die schaaf ik behoorlijk, net zoals de bovenkant van mijn hand. Ik sta met trillende benen weer op om te constateren dat ik verder niets heb. Even verderop ga ik even op een bankje zitten en strik mijn veters beter. Kantoor is nog niet open en voor een paar schaafwonden hoef ik verder niets te doen, dus ik besluit maar verder te wandelen.
Ondanks dat ik goed oplet hoe ik mijn voeten optil en neerzet, struikel ik nog twee keer, deze keer zonder te vallen. Ik heb echt geen idee hoe het komt. Op kantoor spoel ik de schaafwonden uit en ga aan het werk. Mijn ellebogen doen pijn maar er is even niets aan te doen. Later in de week wordt er een mooi geel en mijn knie alle kleuren blauw.
Manlief weet me de hele week te plagen dat ik alleen zijn goede acties als voorbeeld hoef te volgen, niet zijn minder gelukkige acties zoals zijn val in februari.
Sinds maandagochtend heb ik ook gewoon nog 20 kilometer gewandeld deze week en geen enkele keer ben ik verder gestruikeld. Zou het dan toch de zware werkrugtas zijn geweest die het me heeft gedaan? Dat was de enige variabele die anders was dan de andere variabele.