Balanceren tussen autonomie en sturing
Vrij naar een artikel in Trouw van 25 juli 2020 van Ingrid Weel: Het werkgeluk van medewerkers hangt af van de leidinggevenden. Dat is al langer bekend. Het is een balanceeract tussen autonoom je werk kunnen doen en voldoende richting krijgen. Autonomie gaat over de vrijheid en daarmee het gevoel dat je als werknemer serieus genomen wordt in de uitvoering van je werk. Autonomie gaat ook over bijvoorbeeld het zelf in kunnen delen van het werk of het verdelen van het werk over de dag. De basisbehoefte is autonomie, verbinding en welzijn.
Deze week heb ik op een aantal momenten het met verschillende mensen hierover gehad. Autonomie zit deels in autonomie nemen. Mijn eigen verwachtingen en aannames hebben meer invloed op mijn gevoel van autonomie dan ik dacht. Daar kwam ik achter toen ik voor het non issue stond of ik iemand ga bezoeken die het moeilijk heeft ten opzichte van een keer een vergadering afzeggen. Mijn eigen overtuigingen dat ik moet werken gedurende een bepaald aantal uren op een dag zat me dwars om er emotioneel te zijn voor iemand die dat nodig heeft. Dit soort autonomie uitdagingen ervaren collega’s ook elke dag, waarbij medewerkers naar mij kijken qua voorbeeldgedrag en stimulans om hun eigen keuzes te maken.
De afwegingen die ik elke dag maak en waarin ik gestuurd word door mijzelf en mijn omgeving, die maakt iedereen. De ene persoon is hier gevoeliger voor het gevoel van autonomie dan de ander. Daarom is het balanceren ook zo ingewikkeld.