Herfstzondag
De bladeren, vogels en hommels dansen en springen op de stormachtige vlagen wind. Het siergras wiegt nu, ligt dan plat en staat opeens weer stil. De monnikskap heeft in de laatste spurt nog even een paar bloemranken gemaakt. Terwijl de druivenbladeren geel, oranje en bruin verwaaien laat de Japanse mini esdoorn zijn verdroogde rode bladeren zachtjes ritselend vallen.
Ondertussen zingt Herman voor me over tijd, spijt en een teder gevoel. De lucht betrekt, een Vlaamse gaai zwiert nog eens een keer voorbij, evenals de mezen en vinken.
Heel even is het heel stil, de wasmachine is klaar, het bed alweer fris gedekt.
Misschien moet ik ook buiten gaan dansen en springen nu het nog droog is? De gedachten laten verwaaien. Een teder gevoel laten vervliegen op de wind, de tijd de spijt laten verzachten. De tijd de scherpe randen laten afronden.
Het is alweer herfst. Altijd een periode waarin het nieuwe begin achter me ligt, de routine erin sluipt en heel veel weer gewoon wordt. Zonder ooit gewoon te zijn.