Tatoeage
Dit is niet een verhaal voor diegenen die niet van tatoeage houden. Ik heb er zelf een ambivalente verhouding mee. Een mooie en mooi gezette mag en is een verrijking. Mensen met veel plaatjes anders dan bijvoorbeeld Maori vind ik niet mooi. Veel van jullie weten dat ik er een heb, met een speciale reden, op mijn rechterschouder.
Laatst kwam ik in een interview met Renske de Greef in het Parool de volgende passage over tatoeage tegen, waarom ik daar even over na moest denken. Ze zet ze zelf, bij anderen, als hobby.
‘Ik denk altijd: die tatoeage zit er nog als je tachtig en gerimpeld bent.
“Zo’n tatoeage is iets wat mee vergaat. Ik was zelf bezig met het concept: hoe weet je of iets voor eeuwig is? Toen zijn mijn beste vriend: dat weet je niet, je doet het gewoon en daarna hoort het bij je, ook als het iets is waar je minder blij mee bent. Net zoals er wel meer delen van je lijf zijn waar je minder blij mee bent. Toen dacht ik: met deze theorie kan ik wel verder.”
Ik kwam na het lezen en hierover nadenken tot de conclusie dat ik nog steeds blij ben met mijn tatoeage. Deze hoort bij mij. Tot ik vergaan ben.