Kunst voor de kost

Kunst voor de kost

Deze keer doe ik weer een kris-kras-kros blog over de verschillende belevenissen van de week.

Kunst

In het praatje van de vrijdagmiddag had ik de parallellen tussen goed vermogensbeheer en kunst kunnen maken omdat er brood op de plank moet. Ik mocht echter een praatje houden over Artificial Intelligence. Nu is daar ook genoeg over te zeggen, al dan niet in relatie tot kostwinning of kunst. Ik heb vooral een relatie proberen te leggen tussen wat de verschillende klanten aan tafel al doen of zouden kunnen doen en wat mijn werkgever doet op dit gebied. Dat is best vooruitstrevend en ook weer enigszins terughoudend vanwege privacy-gerelateerde afwegingen. Natuurlijk heb ik het ook even gehad over mijn eigen vakgebied van nu, data management.

Na de lunch mogen we nog met een gids langs de tentoonstelling. Nu is het een van mijn manieren om te kijken naar kunst om te ontdekken of er katten verwerkt zijn. In deze tentoonstelling kan ik mijn hart ophalen, ik moet zelfs goed opletten of ik een schilderij tegenkom zonder kat. Dat is natuurlijk wat overdreven, maar katten verkochten goed in bepaalde periodes en met deze tentoonstelling is dat mooi bij elkaar gebracht.

Op de regenachtige terugweg naar huis bel ik met mijn moeder. Wat ben ik blij dat ik een goede opvoeding heb gehad met alle etiquettes van netjes eten. We kregen een heerlijk bordje op de huid gebakken vis met vergeten groenten en een asperge uitgeserveerd. Heel keurig met visbestek. Maar daar is geen asperge mee te eten als die in zijn geheel op het bord is gedrapeerd. Gelukkig weet ik dan hoe het ‘heurt’.

 

Reünie

Op zondagochtend ga ik op tijd richting stad, na wat werken. Ik ben op tijd om nog een stukje repetitie te horen van een gelegenheidskoor van huidige en voormalige leden Kathedrale Koor Utrecht. De mis zelf breng ik boven naast het orgel door, al mijmerend over het leven en wat het waardevol maakt. Pater Zweers voedt dat nog wat extra door zijn preek te beginnen met een verhaal over bos en Amerikaanse vogelkers. Heel herkenbaar voor mij en ook onderdeel van mijn zingeving. Na de mis ga ik in het pandhof van de Dom nog even een boterham zitten eten omdat het regent, voordat ik met een korte stop thuis me naar de Koorschool begeef. Ook daar is het niet droog en schuilen mijn oud-klas- en schoolgenoten en ik tijdens een flinke bui in het fietsenhok. Als de bui grotendeels over is constateer ik opeens dat de vier dirigenten van de afgelopen 50 jaar er zijn en de organist van alweer bijna 40 jaar. Ik vraag allen individueel om mee te werken aan een fotomoment, dat plaats gaat vinden na een uurtje heerlijk zingen.

Want dat is wat alle aanwezigen verbindt. Gezeten tussen een voormalig lid Wishfull Singing en mijn zus in, boven in de concertzaal, omgeven door professionele en amateurzangers en andere musici gaan we door een keur aan stukken heen. Heerlijk om onder goede leiding en met uitstekende begeleiding een uur muziek te mogen maken. Nee, het is geen topkwaliteit, maar wel supergezellig en leuk. We hebben plezier en dat is uiteindelijk waar het om gaat.

Studeren

Na het afsluiten van het concert met Bas Groenewoud op zaterdag (zie eerder blog) resoneert de muziek nog wat na. Het is echter alweer snel tijd om het volgende programma in te studeren, aangezien de hoeveelheid repetitietijd daarvoor toch echt beduidend korter is. Gelukkig zijn het stukken die ik eerder gedaan heb, op orgels die me bekend zijn. Het gaat onder andere om Rejoice in the Lamb en het Te Deum in C van Benjamin Britten. De rest van het programma ga ik in de generale me laten overkomen. Deze stukken echter laat ik al dan niet voorzien van een partituur regelmatig langskomen tijdens een wandeling of tijdens het mijmeren op de bank, om vooral de crescendo en diminuendo delen goed te memoreren. Ook lees ik eindelijk weer eens de tekst van Rejoice over katten en muizen. De kat hier heet Jeffrey. Qua woordplaatsing kan dat ook Charlie zijn, bedenk ik me al lopend. Het is uitdagende muziek die ritmisch het nodige gaat vragen. Ik ben geen held in tellen, zeg ik er maar alvast bij.

Mijn eigen kunst, thuis op de bank. Dit is Leila.

Herman van Veen

Dankzij de doortastendheid van de man gaan mijn zus en ik naar Herman. In TivoliVredenburg, op zaterdagavond. Dat is niet persé een zaal waar hij vaak komt, maar desondanks hebben we een bijzondere avond. Met een ensemble van mensen waar hij tientallen jaren mee samenwerkt. Zoals Nard Reijnders uit de beginjaren, maar ook Jannemien Cnoossen en Edith Leerkes die al decennia met hem meespelen. Dat levert een goed doorwrochte en goed op elkaar ingespeeld verhaal op, waar het plezier vanaf spat. En ook weer nieuwelingen, inclusief zijn vrouw die wij voor het eerst op het toneel zien. We mogen meezingen met Dikkertje Dap, Verder brengen ze naast veel nieuw werk ook de nodige bekende liedjes en anekdotes.

Werk en plezier

In de week heb ik natuurlijk ook het nodige gedaan aan werk. Op dinsdag heb ik een afspraak met een leverancier in Amsterdam. Samen met een collega praten we over de mogelijkheden en onmogelijkheden om uit een ontstane situatie te komen. Daarna rijdt de collega met mij mee naar ’s-Hertogenbosch voor de rest van de werkdag. Verder luister ik op woensdag na beurs alvast naar onze strategie-update, die donderdag gepresenteerd wordt aan de financieel analisten. Samen met een collega van Finance maken we nog een paar aantekeningen en fluisteren we de CFO een tip in. Die neemt hij gelukkig over, het verhaal wordt er echt beter door. Op donderdagavond hebben we het jaarlijkse personeelsfeest. Het is uitstekend verzorgd, inclusief vervoer voor wie wil. Ik ga zelf, omdat het in Nieuwegein is. Dat betekent niet drinken, maar dat is helemaal niet erg. Ondanks dat ik nog geen jaar bij deze baas ben ken ik al verrassend veel mensen en heb ik veel aanspraak. Zoveel zelfs dat ik vergeet te eten. Halverwege de avond heb ik met iedereen bijgepraat waarvan ik dat belangrijk vond en ga ik lekker naar huis.

Ondanks dat ik zaterdag heel laat thuis ben, sta ik op zondag vroeg op. Er broeit al de hele week iets voor een belangrijk stuk in mijn hoofd, waarvan ik minstens de helft ook daadwerkelijk op papier wil krijgen. Uiteindelijk gaat het zo lekker dat ik het hele stuk weggeschreven krijg voordat we op de afgesproken tijd naar het museum in Amsterdam vertrekken. Het geeft een lekker opgeruimd gevoel dat ik dit stuk denkwerk aan het papier heb weten toe te vertrouwen.

Kunst 2

In de NRC staat stond deze week een recensie van een tentoonstelling. Vijf ballen is reden genoeg om er heen te willen. Ook door hoe de recensie geschreven is. Zoals bijvoorbeeld dit citaat van de Tsjech Frantisek Kupka:

'Kleur is een middel om rechtstreeks de ziel te beïnvloeden. Kleur is het klavier, het oog is de hamer, terwijl de ziel een piano met vele snaren is. De kunstenaar is de hand waarmee het middel, de verschillende toetsen, de menselijke ziel kan laten trillen'.

Op zondagochtend ga ik na de gedane arbeid met de man dus naar Amsterdam. In H’Art is een tentoonstelling gewijd aan Wassily Kandinsky. Ik neem de bijbehorende meditatieve audiotour mee de zalen in en ondanks de was eentonige muziek bij de opdrachten ervaar ik hierdoor wel de rust om de verschillende werken met veel aandacht te kunnen ondergaan.

'Kunst is een reis. Het leven is een steeds veranderende compositie van de meest uiteenlopende elementen'.

 

 

Geef een reactie

Je e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *