Ziekenboeg
De week begint anders. Op maandag mag ik met de trein naar het werk. De ingang van de parkeergarage wordt aangepast en alhoewel we verderop kunnen parkeren, is het uitdrukkelijke verzoek om gebruik te maken van andere mogelijkheden. Dus dat doe ik. Met de fiets naar het station, inchecken, de trein van 06.54u halen. Ik stoot mijn hoofd aan de bagagebak in de eerste klas. Zolang heb ik al niet meer met de trein gereisd. De nieuwe treinen zijn voor mij nog niet helemaal bekend. Een half uurtje later stap ik kantoor binnen voor een volle dag werken. Tussen de middag loop ik snel de stad in voor een cadeautje, een van mijn MT-leden is binnenkort MT-lid af en we hebben vandaag zijn laatste reguliere MT-vergadering. Mijn zus vist verder vandaag mijn broer uit het ziekenhuis, hij mag thuis verder gaan aansterken. Ondertussen ronden we op het werk een grote implementatie af en geven we een goedkeuring voor een volgende. Aan het eind van deze drukke dag neem ik de trein terug naar Utrecht en maak thuis vast een gerechtje voor een borrel later in de week. Nu heb ik even de keuken voor mijzelf, de man is uit eten met een vriendin. Verder eet ik wat crackers en drink ik een kop thee.
Op dinsdag ga ik lopend naar het station. Het is net iets langer dan ik dacht en daardoor heb ik een trein later, die te laat is. Zul je altijd zien. Ook deze dag is een aaneenschakeling van vergaderingen, ad-hoc overleggen, beoordelingsgesprekken en ondertussen artikelen en memo’s schrijven. Ik ben er op tijd klaar mee en neem de trein terug naar Utrecht. Het lopen van station naar huis bevalt me beter dan de hoge snelheidsbaan van de fiets. Thuis wacht mij een lekkere maaltijd, klaargemaakt door de man.
Leila maakt gebruik van de doos waarin ik de wijnvoorraad heb laten aanvullen
Ook op woensdag heb ik nog een treindag. Omdat ik vanmiddag haast heb om thuis te komen neem ik toch maar de fiets, daarmee gaat het wel sneller. De man, mede op mijn verzoek, gaat naar de huisarts en krijgt een tweede boosterkuur mee. Ondanks dat ik dit eerder meegemaakt heb, maak ik mij zorgen. Zijn conditie was nog niet helemaal terug na de vorige kuur. Ik heb verder een regulier overleg met de baas, op onze andere locatie, maar hij blijkt na een testje omgedraaid te zijn en thuis verder te werken. Ook besmet. Niet ziek. Op deze manier heb ik zijn werkkamer op ons officiële hoofdkantoor nog nooit gezien dit jaar, er is elke keer wat. We praten kort bij met behulp van Teams. Daarna ga ik met mijn collega Muriel lunchen in de Korte Putstraat. Ik eet een oef truffe, bij Côte, zij een uiensoepje. We bespreken onze werkomgeving en haar ambities, ik reflecteer daarop vanuit mijn beperkte ervaring in dit bedrijf. Na de koffie lopen we samen weer terug naar ons werk. Na nog een gezamenlijke vergadering klap ik de laptop dicht en ga ik vroeg naar huis. Er wacht namelijk een traditionele kerstborrel met vrienden. De man vermaakt zich boven wat, energie stoppend in beter worden. Ik zorg dat de tafel vol lekkere hapjes staat, de verschillende soorten wijn onder handen en de soep klaar om opgewarmd te worden. Soep, zul je denken. Ja, soep. Ik ben dan niet ziek, maar heb wel de aansterkende kracht nodig. Daarnaast wilde ik een keer wat anders dan kaas, paté, nootjes en een olijf voor bij de borrel. Dus een kopje paddenstoelensoep met truffel. Ja, alweer truffel. Het gezelschap schuift vanaf half zeven aan en het is zomaar half tien voordat iedereen vertrokken is en ik snel de woonkamer aan kant maak. De katjes zijn al bij de man in bed gekropen.
Op donderdag mag ik weer gewoon met de auto naar het werk, ik moet even nadenken hoe dat ook alweer werkt. Het komt goed, ik ben er een keer als eerste. Ik heb een 100-dagenblog voorbereid dat ik op de afdelingsintranetsite zet. Hiervoor moet ik wat verbouwen, met hulp van een functioneel beheerder lukt me dat binnen het stramien van dit bedrijf. Na veel en intensieve overleggen rij ik aan het eind van de middag naar de wasstraat om de auto weer wit te krijgen en daarna naar huis voor een hapje eten. De man heeft zich goed door de dag heen geslagen, alhoewel ik nog weinig effect merk van de medicijnen. Ik ga vroeg slapen.
Op vrijdag heb ik een klusdag, thuis. Zo ga ik vandaag mijn eerste nieuwsartikel op het intranet publiceren. Want zowel woensdag als vandaag doen we nog even een implementatie. De dames en heren volgen trouw het draaiboek, nadat ik ze vorige week daar uitdrukkelijk om gevraagd heb. Niet te veel ‘rommelen’ maar gewoon doen wat we bedacht hebben. Ze houden me heel goed op de hoogte, waardoor ik vijf minuten voor een belangrijke vergadering op ‘publiceren’ kan drukken. Het einde van een spannende week is daarmee aangebroken.
Tijdens de lunchpauze loop ik een rondje door de stad en koop ik bittere sinaasappelen voor mijn ouders. Mijn vader heeft daar uren werk van om ze tot marmelade te verwerken, maar het is wel de allerlekkerste marmelade die ik ken. Normaal gezegd is het kopen van deze vruchten, die maar een maand per jaar verkrijgbaar zijn, een taak van mijn oudste broer. Aangezien hij nog niet verder dan de hoek van de straat komt en dan buiten adem is, mag ik dit jaar de honneurs waarnemen.
Verder neem ik met een goede relatie de stand van onze werkwereld door. We hebben elkaar vijf maanden niet gesproken en er is veel veranderd in de tussentijd en ook weer niet gelukkig. De belangrijke zaken zijn hetzelfde gebleven. De ontwikkelingen in de banken- en verzekeringssector zijn niet aard verschuivend maar wel voldoende om even goed over bij te praten, naast dat we de nodige gezamenlijke kennissen hebben. Doordat ik naar een andere werkgever ben gegaan is mijn blik qua focus ook iets veranderd, het is goed om hem regelmatig te blijven spreken.
Na deze week zak ik met een glas wijn op de bank voor een snorrende houtkachel, de man bakt er heerlijke shoarma bij.
De zaterdag begint met een reguliere wandeling langs de verschillende bakkers. Ook haal ik het nodige aan kerstchocolaatjes voor mijn ouders. Dat is traditioneel een taakje van mijn oudste broer, maar de kortademigheid wordt niet beter. Dus ik rij met de nodige zoetigheid richting het noorden, beginnend in het zonnetje, eindigend met motregen. Daar drink ik koffie en praten we bij. Na een wandeling met de grote honden, de kat en mijn moeder om het werk voor de kerstvakantie in het bos op te nemen, gaan we even verderop wat kerststukjes kopen en daarna afgeven bij de buren. Terug ‘thuis weg van huis’ ga ik wat rommelen op het erf. Blad blazen en harken, goten schoonmaken. Dat soort zaken. Na een snelle lunch doe ik mee aan een rustig uurtje, alvorens ook de rest van de goten te doen en nog meer blad te harken. Het is een grijze dag. Mijn vader en ik koken selder/peterseliewortelstoemp, paksoi en wat gebakken zalm. Stoemp voor meerdere dagen, de inspiratiekrat van Crisp levert heel veel groente. Ik ga daarna vroeg slapen. Halverwege de avond komt het bericht in de familie-app binnen dat de oudste broer terug in het ziekenhuis is. Die kortademigheid is niet goed. Daarna lukt het me een aantal uur niet om te slapen en draai ik van zij naar zij in het vers opgemaakte bed. Uiteindelijk val ik weer in slaap met veel dromen.
Op zondag probeer ik wat uit te slapen maar op de reguliere tijd ben ik alweer wakker. Ik heb het Boshuis voor mij alleen en ik keutel wat aan. Om kwart voor negen ben ik zover dat ik de bladblazer weer op mijn rug heb en nog wat paden schoonblaas. Daarna begin ik met het wegbrengen van de nodige bladeren, van het grasveld naar de kuil in het bos. Goed voor mijn stappen en buikspieren. Mijn vader komt me roepen voor de koffie, waarbij we even bijpraten over het bezoekschema van de broer de komende dagen. Daarna gaan mijn vader en ik de grote honden uitlaten, de poes loopt mee. We moeten ze stevig vasthouden, er zijn damherten in de buurt. Terug op het erf pak ik de laatste zaken bij elkaar, de auto is ondertussen gevuld door mij met hout en genoeg groenten voor een week. Ik bel mijn zus, die blijkt bij mijn broer te zijn en ik hoor de laatste status. Het gaat alweer beter, een kleine wijziging in medicijnen heeft groot effect. Daarna bel ik de man, ook hij klinkt alweer beter. Met St. Johns college, Cambridge in het NPO Klassiek ochtendconcert rij ik vervolgens de zon weer tegemoet, terug naar huis. Na de lunch ga ik nog een uurtje slapen, met de katjes tegen mij aan. Daarna schrijf ik blog af en probeer ik een houtkachel aan te maken. Daarbij brand ik mij een beetje, ben er met mijn gedachten nog niet helemaal bij. Zo’n week was het.