Stormachtig

Stormachtig

Op maandag werk ik eerst in Amsterdam, ik heb een gesprek met DNB over mijn aandachtsgebied. Ze vragen en passant wat andere zaken waar ik tactisch geen antwoord op geef. Mijn mandaat reikt niet zover. Daaromheen heb ik wat reguliere overleggen. Samen met een collega stap ik in de auto naar ’s-Hertogenbosch, we kletsen lekker bij tijdens de rit. Daar werk ik de rest van de middag en zie ik kans nog een snelle wandeling te maken. Thuis bereid ik de komende dagen voor qua kleding en maak stapeltjes.

Op dinsdagochtend werk ik thuis, maar om half elf moet ik toch echt de auto in, naar Antwerpen. Ik heb dan mijn rolkoffertje ingepakt met het hoogstnoodzakelijke en mijn werktas gevuld. Ik krijg lunch mee van de man voor in de auto. Zonder al te veel problemen met de nodige vergaderingen op de carkit rij ik een bekende weg. 20 jaar geleden heb ik een tijd in Antwerpen gewerkt, toen mocht ik de eerste afslag voor Antwerpen Noord hebben. Deze keer rij ik door naar Merksem, aan de zuidkant. Het is even opletten, ik ben blij dat ik de ring goed ken want voor je het weet zit je op de E19 richting Brussel. Het gaat goed en ik parkeer de toch echt best brede Beamer in de zeer smalle parkeergarage van mijn werkgever, zonder een kras te maken. Aan de muren te zien is dat niet iedereen gelukt tot nu toe.

Vervolgens loop ik naar het andere kantoor, dat meer richting centrum ligt. Het is een kantoor met wel een deur aan de straatkant maar het kantoor zelf ligt daarachter, prachtig gelegen in een parkachtige tuin. Dit kantoor is van de partij die we recentelijk verworven hebben. Daar krijg ik een kop koffie en een vergaderzaal voor een overleg, daarna sluit ik aan bij de rest van ons MT. We gaan alle beoordelingen en daarna beloningen kalibreren. Belangrijk om de ‘gelijke-monniken-gelijke-kappen’ principes te handhaven. Ik krijg de complimenten dat ik al veel mensen ken en ook goed inhoudelijk kan meepraten over niet alleen mijn eigen medewerkers maar ook hun medewerkers. Dat is natuurlijk lang niet altijd het geval, maar dan hou ik gewoon mijn mond. We hebben het over honderden medewerkers, de toppers ken ik bijna allemaal, de zwakke zusters en broeders niet.

Als het werk gedaan is, is het zeven uur en lopen we gezamenlijk naar ons hotel. We checken snel in om daarna te gaan eten bij De Arme Duivel. Waar we uitermate goed te eten krijgen. We delen vooraf wat garnalenkroketten. Mijn overbuurman neemt het stoofvlees met frieten als hoofdgerecht, mijn buurvrouw de Vol-au-Vent, ik de huisgemaakte ravioli met bospaddenstoelen. Voortreffelijke dagelijkse kost op Vlaamse wijze. Daarna gaan we even verderop nog even een afzakkertje drinken voordat we op tijd gaan slapen.

Op woensdagochtend heb ik pas om elf uur een vergadering op kantoor, daarvoor kan ik de zaken online afhandelen. Dus ga ik eerst wandelen, een rondje om de kerk. In dit geval is dat de Onze Lieve Vrouwekathedraal. De stad is verder vol ‘werken’ zoals dat in het Vlaams heet en de voorbereidingen voor de verschillende kerstmarkten zijn ook in volle gang. De herinneringen aan vroegere tijden komen vanzelf omhoog in deze omgeving, van werk, een vriend die hier om de hoek woonde waarmee ik uitging tot museumbezoeken met andere vrienden. Ik loop nog een stuk over de kaai, terug naar richting hotel, onderwijl een koffiebroodje kopend. Terug in hotel blijk ik onvoldoende hotspotwifi te hebben om te kunnen werken, dus ik pak mijn spullen en ga lopen. Met de verschillende vergaderingen op mijn koptelefoon loop ik naar kantoor. Wat mij gisteren niet is opgevallen maar nu wel, is dat de aankleding van dit kantoor is zoals onze kantoren in Nederland. Dat was gisteren in het kantoor van onze collega’s wel anders. Net zoals gisteren maakt mijn laptop wel automatisch een goede connectie en kan ik rustig verder doen. Wat hier anders is dan in Nederland is dat er gratis koffiebroodjes voorzien zijn en ook de lunch is vrij. Ik pak een dubbele kop koffie, eet mijn meegebrachte koffiebroodje op en ga om elf uur richting de vergaderzaal.

Ik schuif aan bij deze vergadering, omdat ik graag eens wil zien wat we allemaal doen om de collega’s en hun klanten die zich bij ons aansluiten te accommoderen in hun werkwijze. Ik maak boeiende discussies mee en krijg een mega demo over de volledige flow, het is zeer leerzaam in mijn inwerken. Ook bemerk ik de nodige onderlinge interactie bij de collega’s in de zaal. Tussendoor krijgen we lunch geserveerd en ik handel nog een operationeel issue af met mijn eigen collega’s in Nederland. Om half drie is de demo klaar, ik vertrek stilletjes voor een half uur zodat de direct betrokkenen goed kunnen napraten. Als ik weer terug aansluit maak ik nog net het restje van deze retrospective mee.

Aansluitend hebben we een reguliere managementvergadering met veel verschillende topics, ik neem op twee daarvan een stevige stelling in met goede argumenten. Daar wordt goed naar geluisterd, de mannen hebben me ondertussen leren kennen. Als ik mij uitspreek, heb ik daar in het algemeen over nagedacht. Niet altijd. Om half zes zijn we klaar en pakken we onze spullen. Ik manoeuvreer mijn auto uit de echt krappe garage en rij achter de baas met chauffeur naar de ring van Antwerpen. Handig, zo iemand voor je die de weg goed kent en mij in de juiste baan houdt. Op de ring raak ik ze kwijt, ik geef iets minder gas. Ook nu komen de herinneringen aan eerdere tijden, waarin ik vaak deze weg gereden heb, vanzelf omhoog. Ondanks dat ik het gas niet heel hard induw ben ik op tijd thuis voor de sushi, een traktatie omdat de man en ik elkaar deze week niet veel zien.

Want op donderdagochtend werk ik weliswaar thuis, maar met de lunch in de hand vertrek ik om half een naar Schiermonnikoog. Daarvoor werk ik mij door wat dossiers heen, begin aan een belangrijke memo en ontvang ik een oud-collega die nu om de hoek werkt voor koffie. Ik voorzie hem van mijn beeld op zijn zaken, het is voor hem een bevestiging om bepaalde keuzes te maken. Al lunchend en met de nodige terugkijkzaken op de carkit (waaronder de Keynotespeech van Mr.Nadella voor Microsoft Ignite) rij ik naar het Noorden over bekende wegen. Het is nu niet lang geleden, slechts drie maanden en geen twintig jaar, dat ik deze weg regelmatig reed. Zoals altijd ben ik ruim op tijd in de haven. De afgelopen jaren was ik hier elke keer op vrijdag, ik merk een duidelijk verschil op de donderdag. Er zit slechts een handjevol toeristen op de boot, het is ronduit rustig. Ik heb contact met dezen en genen via whatsapp, lees Lytje Pole met daarin bekenden, plan wat zaken voor de komende weken terwijl ik een Evensong op BBC3 terugluister.

Bij het keren in de vaargeul, halverwege de overtocht, merken we de weersomstandigheden. Het waait stevig, de boot rolt op en neer. Desondanks worden we natuurlijk veilig overgevaren en afgezet in de haven, met de bus ga ik naar het dorp. Daar blijkt dat er iets niet helemaal goed gegaan is met mijn reservering, ik heb uiteindelijk een hotelkamer gekregen. Gelukkig is het rustig genoeg om dat terug om te zetten in een suite. Ze dachten dat een kamer beter was, maar ik organiseer graag zelf mijn eten en drinken. Alleen in een restaurant zitten doe ik alleen als het echt moet en liever niet op vakantie. Met de sleutel in de hand loop ik even later over de weg terug naar het suitegebouw, pak mijn boodschappenlijstje en -tas en vertrek voor een wandeling. Het schemert al, plus er valt regen. Ik blijf daarom in het dorp, loop een rondje rond kerk langs gebaande wegen met verlichting. Aansluitend doe ik boodschappen. Terug in de suite installeer ik mij verder, ruim de boodschappen op en maak een bord met borrelhapjes. Ik vis de kurkentrekker uit mijn toilettas om de fles wijn te openen en installeer mij op de bank. Dat duurt niet lang, ik ga op tijd naar bed.

Na een onrustige nacht, mede dankzij de stormachtige wind, maak ik ontbijt. Ik lees de kranten een keer rustig en uitgebreid en ga daarna aan het werk. Ook deze werklaptop doet het op Schiermonnikoog en de wifi is hier goed. De weersomstandigheden zijn niet goed, dus ik vermaak mij met het lezen en produceren van stukken, mails en het doen van vergaderingen. Was niet helemaal de bedoeling, maar zo gaat het soms. Tussendoor loop ik even naar de bakker en deze keer heb ik wel strandkoeken. Het is redelijk rustig op Schier, ik ben rond tien uur buiten, het moment dat de bus naar de boot vertrekt. Het is overzichtelijk wat er vertrekt vandaag, ik ben benieuwd wat de middagboot aan weekenders gaat brengen. Ik constateer dat het koud is, de wind hard en terwijl ik dit blog aan het schrijven ben nadat ik het werk heb afgesloten, regent en hagelt het ook nog eens. Bijna winter, denk ik bij mijzelf.

Rond het middaguur vertrek ik toch voor een rondje lopen. Het is geen feest, tussen de windvlagen en soms regen door. Maar hoe kom ik anders aan mijn stappen vandaag? Het gaat niet meer beter worden. Ik hou het bij ruim een uur over de west, waarbij ik alleen tussen de Vuurtoren en de badweg even buitengaats ga. De rest loop ik aan de binnenkant van de duinen, af en toe gezandstraald wordend.

De rest van de middag slaap ik nog wat, lees ik een boek, doe wat boodschappen en haal een frietje (het is tenslotte vrijdagavond). Ook nu ga ik weer vroeg naar bed.

Deze nacht is niet veel beter met loeiende wind. Desondanks slaap ik uit tot laat, als ik eindelijk de smaak te pakken heb. Na een ontbijt van yoghurt met walnoten en honing, dubbeldrank en twee koffie ga ik na de kranten met een boek op de bank zitten. Ook nu is het weer buiten niet denderend, al waait het minder hard. De ene na de andere regen- of hagelbui dendert neer. Rond het middaguur lijkt het even droog te gaan blijven, dus ik trek snel mijn jas aan en zet mijn muts op.

Met stevige pas loop ik door het bos naar de strandopgang bij paal 7 om met de wind halfzij naar het Oosten te lopen. Bij paal 8 had ik gehoopt terug achter de duinen te komen. Er staat echter een tijdelijk meertje tussen mij en de volgende duin. Terwijl er een bui op me neerdaalt overweeg ik mijn opties, van doorwaden tot laarzen en sokken uittrekken en mijn broekspijpen oprollen om aan de overkant te komen. Het wordt heel saai gewoon teruglopen, met de wind in de andere zij. Bij restaurant De Marlijn eet ik wat garnalenkroketjes, die het niet halen bij die uit Antwerpen eerder deze week. Het verschil tussen België en Nederland. Aangesterkt hervat ik de wandeling, opnieuw door een redelijk milde bui, terug naar het dorp. Met een pot thee zet ik mij weer op de bank voor het boek, als de schemer valt wordt de thee vervangen door een glas wijn en zo glij ik de avond in. Aangezien het een spannend boek is, Billy Summers van Stephan King, hou ik het redelijk lang vol voor mijn doen en lig ik ‘pas’ om negen uur in bed. Voor opnieuw een nacht met regelmatig wakker liggen.

Desondanks sta ik nu wel op een reguliere tijd op voor ontbijt, verder aan blog schrijven en de suite aan kant maken. Daarna loop ik nog een rondje. Ik probeer buitenom, maar daar staat het water in de loopgeulen tot mijn enkels, dus ik pak het eerste het beste pad terug naar binnen en loop over schelpenpaden. Ik denk tussen twee buien door te kunnen, maar helaas, ook nu krijg ik de nodige druppels over mij heen. Terug in het dorp pak ik de laatste spullen in, gooi het afval weg en check uit. De bus brengt mij terug naar de haven, waar ik een kleine boot zie. Die mag blijkbaar ook af en toe nog varen, met deze hoeveelheid toeristen is dat ook geen enkel probleem. Met een podcast over Bach op mijn oren reis ik rustig terug, in Lauwersoog tref ik de auto aan en ik rij naar huis. Daar pak ik uit, praat ik bij en ga ik even de strandkoeken en wat nette kleding naar mijn zus brengen. Ze heeft sollicitatiegesprek en niet de bijbehorende garderobe. Op OK is dat allemaal niet nodig. Vanavond ga ik naar de film over Anselm Kiefer.

Geef een reactie

Je e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *