Home away from home
Mijn ouders hebben een paar jaar geleden de stap gemaakt om vanuit een gezellige en heel betrokken straat in Driebergen te verhuizen naar een huis met grote tuin, wei en bos met achterstallig onderhoud. Sindsdien heb ik een opleiding tot het bedienen van een kettingzaag gedaan, gelezen over bosbouw (mijn moeder nog veel meer), enkele bomen omgezaagd, veel meer bomen in handzame en goed brandende stukken gekloofd.
Samen met hen, broers en zus zijn ook honderden Amerikaanse vogelkersen het bos uit getrokken, is het heideveld ontdaan van alle opkomende berkenbomen. Tevens zijn er honderden planten en enkele bomen geplant. Een verjaardag met goed weer betekent regelmatig dat iedereen na de taart en koffie wat gaat doen in tuin, bos of wei, samen of alleen. Pitrus uitsteken bijvoorbeeld is een hele vervelende klus die alleen leuk is met zijn allen. De tractor aankrijgen, de hakselaar aankoppelen en deze op de juiste plek in het bos krijgen kan ondertussen iedereen. Mijn vader bedient zeer regelmatig de zitmaaier en rijdt dan alle wandelpaden af, door de wei, langs de ijsbaan achteraan. Terug rijdt hij eventueel met het maaiblad op de hoogste stand door het bos om alle dennenappels van het pad af te blazen. Dat loopt wel zo lekker. Want twee keer per dag lopen mijn ouders, samen of alleen, met de teckels, een rondje bos. De teckels lopen los, zijn op specifieke plekken zeer alert voor een brokje, snuffelen en krabben rustig even op lekkere plekjes, nemen een spurt om weer bij te komen, lopen het laatste stukje voor ons uit over ondertussen zeer bekende paden. Of ze zijn toch eerder afgeslagen en staan al bij huis te wachten op de laatste brok. Het blijven tenslotte teckels.
Een boom omzagen doe ik het liefst alleen, als het een grote boom is samen met mijn jongste broertje. Daar hoef ik verder geen toeschouwers bij, over wiens veiligheid ik dan moet gaan nadenken.
Na een dagje fysieke arbeid, borrel ik met mijn ouders en aansluitend zorgt mijn vader voor een hapje eten. Daarna trek ik mij terug in het Boshuis, een eenvoudig maar compleet ingerichte tweede woning verderop in de tuin. Hier breng ik de avond door met een boekje lezen, uit het raam staren, de reeën in de wei langs zien lopen, de mais groeien. Kleine vogeltjes komen op het draadje voor het raam zitten, buizerds en ooievaars zwieren hoog in de lucht. De haas wil ook nog wel eens langskomen. Meestal ga ik voor negen uur al naar bed, rozig van een dagje werken en een glaasje wijn, het hoofd rustig.
Op zondagochtend slaap ik uit. Geen wekker of kat die me wakker maakt. Mede afhankelijk van het jaargetijde is het dan vroeger of later dat ik wakker wordt. Vogels kunnen voor zonsopgang al flink kwetteren. Soms is dat een seintje om eruit te gaan, soms juist een heerlijk geluid om nog even op door te dommelen.
Na ontbijt en een kopje koffie is het dan tijd voor nog een uurtje bosarbeid. In de lente en zomer bestaat dat uit allerlei klusjes zoals het maaien van sloot- of poelranden, het begaanbaar houden van delen van het bos, stapels uitgetrokken braam ophalen en op de composthopen brengen, hout verzamelen voor de takkenwal. In de late herfst en winter is het werk meestal geconcentreerd in of om het kloofhok. Dan heb ik links en rechts het een en ander verzameld aan gevelde bomen die dan met een mooie bijl tot brandhout kunnen verworden. Daarover later een keer een apart blog. Want hoe leuk ook om op zondagochtend zo wat voor mij uit te schrijven, het is nu toch echt tijd voor dat uurtje (of twee) arbeid.
Mijn uitzicht op menig zondagochtend